De wind waait over het geheugen van de tijd
haar vleugels strijken neer
op het rimpelloze wateroppervlak.
Haar ballast verzinkt in het peilloze diep.
De waterspiegel is als een glanzend kleed
dat een moeras vol met herinneringen omsluit.
Een zonnestraal doordringt het troebele water.
In verstilling rijpt de vrucht der ervaring
geworteld in haar diepgang.
Zal het als een reine lotusbloem ontluiken
drijvend aan de oppervlakte der tijd?
Zich tooiend in onbevlekte schoonheid,
het zonlicht kussend in de ochtenddauw.