Een paar meeuwen,
zwevend boven de zee,
gedragen door de winden...
De zee,
haar gewaad uitrollend in schuimende golven,
het strand bevruchtend met haar schelpenschat...
De zon,
zijn schitterende kleurenpracht uitstortend
over de eindeloze verte achter de bruisende branding...
't Avondrood,
haar gouden gewaad ontsluitend
in een vurige stralenkrans...
't Innerlijk gemoed,
deze verrukking waarnemend
als weerspiegeling van de "schoonheid der overgave"