De heremiet

Verscholen grot,
in jouw schoot ligt een heel verleden verborgen,
in jouw handen serene rust geborgen.
Hard zijn jouw wanden,
zacht jouw ingewanden,
grondeloos diep jouw dalen,
gesluierd jouw druipstenen gewaden.

Kruipend door elk van jouw kamers,
onthullend verrassende schoonheid.
Waterdruppels bekleden jouw wanden,
vormend gordijnen van kristallen,
weergalmend muzikale echo's,
verbrekend serene stilte.

In 't duister diep gezeten,
luisterend naar jouw oerklank
- echo's van vallende waterdruppels -
doordringt duisternis mijn innerlijk diep.
Bedolven door haar zwarte gewaad,
bewustwording mijn donkere spelonken
- mijn catacombe -
overwelvende duisternis,
bekruipende doodsangst,
zielsverstikkend,
zielsnakkend naar licht…

Oh, grot der bespiegeling,
hier staat alles schijnbaar stil,
elke seconde eeuwig vormend.
In jouw moederschoot liefdevol geborgen,
jouw zachte adem vertroost mij,
in mijn onophoudelijke zoektocht naar 't innerlijke licht.
Jouw harmonie stuwt mij tot liefdevol bezinning:
de "een-zaamheid" die allen verbindt.